Herzieningenbeleid

pensioenfonds_robeco_headerbeeld-17-aspect-ratio-1290-332

Fouten herstellen we natuurlijk

Mochten er onjuistheden in de pensioenadministratie aan het licht komen, dan spreekt voor zich dat we er alles aan zullen doen om dit te herstellen. Immers een deelnemer ontleent zijn/haar rechten aan het pensioenreglement.

Dat kan leiden tot het bijstellen van eerder gecom­municeerde bedragen van pensioenaanspraken. Voor het wel of niet corrigeren van een foute vaststelling van reeds ingegane uitkeringen door de administrateur hanteert het bestuur onderstaand besliskader.

Als het fonds voornemens is een foutieve pensioenuitkering over het verleden te corrigeren zal altijd een juridische toets worden gedaan om vast te stellen of een correctie over het verleden toelaatbaar is.

Pensioen te laag vastgesteld?

We corrigeren te laag vastgestelde pensioenen altijd. We corrigeren naar de toekomst toe en keren tevens te weinig uitgekeerd pensioen in het verleden uit.

Pensioen te hoog vastgesteld?

We corrigeren naar de toekomst toe en vorderen in diverse situaties tevens te veel uitgekeerd pensioen in het verleden terug. Hieronder beschrijven we de uitgangspunten bij het vaststellen of te veel betaald pensioen teruggevorderd zal worden. Het bestuur kan van deze uitgangspunten afwijken.

We vorderen te veel betaald pensioen boven € 500 terug
Indien de omvang van de totale financiële impact over de periode van het maken van de fout en het ontdekken in totaal kleiner is dan € 500 dan zal het fonds niet overgaan tot correctie. De kosten die samenhangen met de inspanning van het corrigeren, de communicatie, en de juridische toets wegen niet op tegen bedragen kleiner dan € 500.

We vorderen in principe terug tot 5 jaar
In het licht van adequate bedrijfsvoering binnen het pensioenfonds, de verhouding tussen het fonds (professionele partij) en de deelnemer (particulier) is het redelijk om de deelnemer bescherming te bieden ten aanzien van de termijn waarbinnen fouten moeten worden ontdekt en gecorrigeerd worden over het verleden.

Op bovenstaande uitgangspunten kan een uitzondering gemaakt worden als:

  • De fout op jaarbasis hoger is dan 10% van de uitkering of meer dan € 5.000 op jaarbasis. In dit geval kan het fonds er toe overgaan over een langere periode terug te vorderen. Er mag van de deelnemer binnen grenzen worden verwacht dat fouten van een bepaalde (grote) omvang ook door de deelnemer worden gesignaleerd. Deze grens wordt in het toetsingskader gesteld op meer dan 10% van de uitkering of meer dan € 5.000 op jaarbasis.
  • De omvang van de fout meer dan 25bp van het fondsvermogen betreft. In dat geval kan het fonds alsnog terugvorderen. Een fout bij het vaststellen van de hoogte van een uitkering kan betrekking hebben op meer dan één deelnemer. Hierdoor dan een cumulatief effect ontstaan dat merkbare impact heeft op de financiële positie van het fonds en hiermee effect op zaken als indexatiepotentieel. Indien dit het geval is dient het bestuur een specifieke afweging te maken in de betreffende casus tussen het belang van de “getroffen” deelnemers en die van de overige deelnemers in het fonds. Deze afweging laat zich niet op voorhand inkaderen in een besliskader.