SFDR
Doel is het voorkomen van greenwashing
Vanuit de EU is wetgeving in werking getreden op het gebied van informatieverplichtingen over duurzame beleggingen, de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Primair doel van deze wetgeving is het voorkomen van greenwashing.
Deze wetgeving legt verplichtingen op waar pensioenfondsen aan moeten voldoen bij het verstrekken van informatie over duurzaamheid van het bestaande beleid. Het pensioenfonds kan hierbij leunen op de informatie van de vermogensbeheerder of dataleverancier, maar de beleidsvorming en monitoring ervan ligt bij het pensioenfonds.
SFDR kijkt naar hoe duurzaamheidsrisico’s worden meegenomen in ‘eigen’ beleggingsbeslissingen, hoe dit past binnen de risk appetite van het fonds en welk mogelijk effect duurzaamheidsrisico’s op het rendement van de beleggingen hebben. Financiële partijen die duurzame producten aanbieden moeten extra transparant zijn over de manier waarop de duurzaamheidsaspecten in de praktijk worden gebracht.
Pensioenfondsen moeten hierbij dus een keuze maken of ze zich classificeren als een ‘product dat ecologische of sociale kenmerken promoot’ (Artikel 8). Indien ze niet in deze categorie vallen, moet onder Artikel 6 nog altijd het beleid rondom financiële duurzaamheidsrisico’s in beleggingsbeslissingen en het effect op rendement worden benoemd.
Vanaf 1 januari 2023 classificeert het pensioenfondsbestuur de huidige CDC regeling als artikel 8. Dit sluit aan op ons MVB beleid, waarin we stellen dat MVB een belangrijk onderdeel is van de beleggingsovertuigingen van het pensioenfonds. Het fonds heeft de overtuiging dat MVB positief bijdraagt aan het risicorendementsprofiel van de beleggingen van het pensioenfonds en aan de maatschappij.
Daarnaast brengt SFDR meerdere vereisten met zich mee. Hieronder lopen we deze vereisten langs en bespreken we hoe het fonds hier momenteel aan voldoet.
1e vereiste:
Publicatie informatie integratie duurzaamheidsrisico’s
De wijze waarop het fonds duurzaamheidsrisico’s meeneemt wordt beschreven in het MVB beleid van het fonds. Het fonds onderscheidt twee typen duurzaamheidsrisico’s. De eerste type risico’s zijn gelieerd aan gebeurtenissen of omstandigheden op MVB-gebied die, indien ze zich voordoen, een werkelijk of mogelijk wezenlijk negatief effect op de waarde van de beleggingen kan veroorzaken. De tweede type risico’s zijn reputationeel van aard: het niet naleven van het opgestelde MVB beleid en/of een mismatch tussen het MVB beleid van het fonds en de verwachtingen bij de deelnemers.
2e vereiste:
Precontractuele informatie over de wijze waarop aan ecologische en sociale kenmerken wordt voldaan
Vanaf 1 januari 2023 dient het pensioenfonds de MVB-kenmerken in een voorgeschreven Precontractual Disclosure Template (PCD) op de website te plaatsen. Deze verklaring van het fonds is hier terug te vinden: PCD.
In de PCD beschrijven we hoe het fonds aan ecologische en sociale kenmerken voldoen. We beschrijven de gebruikte ESG-methodologieën, ESG-indicatoren, gegevensbronnen en screeningscriteria.
3e vereiste:
Verantwoording afleggen over realisatie van de doelstellingen in voorgeschreven Periodic Template (PD)
We leggen achteraf in het jaarverslag verantwoording af over realisatie van de doelstellingen in de voorgeschreven periodic template (PD). De eerste rapportagedatum is het jaarverslag over 2023.
4e vereiste:
Beschrijving van de belangrijkste ongunstige effecten en genomen of geplande maatregelen (bijvoorbeeld engagement of uitsluitingen)
In de zogenaamde Principal Adverse Indicator Statement (de verklaring ongunstige effecten op duurzaamheid) geeft het fonds aan of en hoe de door de regelgever 18 voorgeschreven ongunstige indicatoren (Principal Adverse Indicators of PAI’s) en de 2 vrijwillige indicatoren worden meegenomen in het beleggingsbeleid. Deze verklaring van het fonds is hier terug te vinden: verklaring ongunstige effecten.
Naast de 18 verplichte indicatoren moeten twee vrijwillige indicatoren worden gekozen; één die betrekking heeft op Environmental aspecten en één die betrekking heeft op Social aspecten. Het fonds heeft hierbij gekozen voor:
- ‘Beleggingen in ondernemingen zonder initiatieven voor koolstofemissiereductie’; deze indicator past bij de wens dat de manager een Net Zero ambitie heeft voor beleggingscategorieën in scope.
- Aantal geconstateerde gevallen van ernstige mensenrechtenproblemen en -schendingen van beleggingen in ondernemingen’; deze indicator past bij het uitsluitingenbeleid.
5e vereiste:
Periodieke rapportage omtrent ‘ongunstige effecten’ publiceren
In een Principal Adverse Impact (PAI)-rapportage wordt op jaarbasis verslag gedaan van de kwantitatieve realisatie van deze ongunstige effecten alsmede een kwalitatieve beschrijving van deze grootheden, een vergelijking t.o.v. voorgaande periode en een toelichting op de beheersmaatregelen die het fonds heeft genomen/zal nemen. Deze rapportage met de gemiddelde realisatie over de vier kwartalen van 2023, kan je hier bekijken: Rapportage ongunstige effecten.